De tirannie van de verwachting

By GAWIE KEYSER

Dat is gelegen in de wijze waarop we zo gewend zijn geraakt aan het fenomeen van de ‘Hollywood-reboot’ dat we instinctmatig verwachten dat hij zijn twee meest iconische films, Annie Hall (1977) en Manhattan (1979), eindeloos opnieuw maakt. Allen, zo blijkt uit deze oorspronkelijk voor de Amerikaanse publieke zender pbs gemaakte film, is zich terdege bewust van de behoefte van zijn publiek. En dat staat haaks op wat hij zelf wil. Allen: ‘Ik wil een echt grote film maken. Na al die jaren is me dat nog altijd niet gelukt.’

Een jaar na Manhattan kwam Stardust Memories uit, een film die flopte bij zowel critici als publiek, maar een werk dat met terugwerkende kracht laat zien dat Allen al aan het begin van zijn carrière gedesillusioneerd was door de tirannie van de verwachting. De film gaat over een regisseur die inspiratie zoekt, maar die alleen maar stuit op fans die willen dat hij leuke, grappige films zoals vroeger maakt en studio­bazen die aan zijn films peuteren

Waarom willen we zoveel van hem? Vanwaar toch iedere keer weer die teleurstelling over zijn latere films, uitgezonderd de hits Match Point (2005) en Midnight in Paris (2011)? De ironie hierbij is dat iedere nieuwe Woody Allen in feite een ‘reboot’ of heruitvinding van het origineel is. Ook al blijft Allen op zoek naar die ene, ‘echt grote’ film, zijn kleinere films hebben nog precies dezelfde thematische obsessies als destijds: complicaties ingegeven door de romantische liefde, vragen rond schuld en boete en angst voor ziekte en de dood

In Woody Allen: A Documentary is niets te merken van een artiest die uitgeblust is of naar ‘richting’ of inspiratie zoekt. Het plezier van het werk, dat verder weinig inhoudelijks over de films van Allen zegt, ligt in het verschijnen van Allen zelf, onder meer in archiefbeelden van zijn vroege jaren als stand-up, iets waarmee hij pas later succes behaalde, toen hij op tv werd ontdekt. In een verrukkelijk item neemt Allen het in een bokswedstrijd op tegen een kangoeroe!

En nu, zoveel jaren later, laat de oude meester in deze documentaire haast achteloos zien hoe hij werkt. In een scène haalt hij verfrommelde, gele A4’tjes met daarop snel opgeschreven ideeën voor films uit een bedkastje en speelt hij na hoe hij vervolgens stapsgewijs door de aantekeningen heen werkt. In nog een scène neemt hij achter zijn stokoude schrijfmachine van het merk Olympia plaats en illustreert hij hoe hij tikt. Dit zijn unieke beelden.

Maar de mooiste scènes zijn die van Allen op de set van You Will Meet a Tall Dark Stranger (2010) waar hij de acteurs Josh Brolin en Naomi Watts regisseert. Opvallend is dat hij nauwelijks aanwijzingen geeft, zodat onzekerheid bezit neemt van de acteurs. Ze worden aan hun lot overgelaten, wat ze niet altijd even fijn zeggen te vinden. Toch heeft Allen alle touwtjes in handen. Want in al zijn films overheerst nu eenmaal onzekerheid ingegeven door angsten en neuroses. Hoe hij dat voor elkaar krijgt, blijkt in Woody Allen: A Documentary: hij zegt niets, maar is tijdens het draaien constant aan het bewegen, nét buiten beeld, een halve meter verwijderd van het personage dat zich op dat moment in de camerablik bevindt. Allen is als een schaduwfiguur – het origineel van dat wat later in voltooide vorm op het scherm zal verschijnen.

woody collage